Nazicht van verwarmingsketels: Wie is er verantwoordelijk?
Geplaatst op: 25/04/2016 - Bijgewerkt: 15/06/2016
Sinds 2011 is een regelmatig nazicht van alle verwarmingsketels met een vermogen van meer dan 20kW verplicht. De verantwoordelijkheid voor dit nazicht – jaarlijks voor stookolieketels en driejaarlijks voor aardgasketels – ligt bij de eigenaar. Dit betekent niet dat de huurder helemaal geen verantwoordelijkheid meer heeft wat betreft het onderhoud van zijn ketel.
Het regelmatige nazicht, wat is dat?
Bij het regelmatige nazicht wordt gecontroleerd of de ketel voldoet aan de vereisten op het vlak van prestaties en uitstoot van vervuilende gassen die door de Brusselse wetgever werden opgelegd in het kader van de Brusselse EPB-reglementering voor verwarming. Het nazicht moet worden uitgevoerd door een “erkende verwarmingsketeltechnicus”. In de praktijk omvat het nazicht ook een onderhoud van de ketel.
Voor welke installaties?
Het regelmatige nazicht geldt uitsluitend voor ketels van meer dan 20kW die werken op aardgas of stookolie. Het is dus niet van toepassing op verwarmingstoestellen die niet worden gebruikt als ketel voor de centrale verwarming: boilers, convectoren, kachels,…
Ook voor toestellen die niet werken op aardgas of stookolie (bijv. elektrische verwarming) en voor ketels met een vermogen van minder dan 20kW geldt deze reglementering niet. Ketels die zowel worden gebruikt voor verwarming als voor de productie van sanitair warm water hebben meestal een vermogen van meer dan 20kW en zijn bijgevolg onderworpen aan het verplichte nazicht.
Wie is er verantwoordelijk?
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het regelmatige nazicht te laten uitvoeren. In geval van niet-conformiteit is het eveneens zijn verantwoordelijkheid om de installatie in orde te laten brengen.
Is de huurder dan helemaal niet meer verantwoordelijk voor het onderhoud?
Toch wel.
Ook al omvat het regelmatige nazicht altijd een onderhoud van de ketel, toch stipuleert het huurcontract vaak dat de huurder verplicht is om de ketel jaarlijks te laten onderhouden. Gasketels worden in het kader van het regelmatige nazicht namelijk slechts eenmaal om de drie jaar onderhouden. In tegenstelling tot het regelmatige nazicht is dit onderhoud niet gereglementeerd en moet het dus niet noodzakelijk worden uitgevoerd door een “erkende verwarmingsketeltechnicus”.
Het is ook mogelijk dat de eigenaar een deel van de kosten van het nazicht, met name het deel dat overeenkomt met de onderhoudskosten, doorrekent aan de huurder (uit hoofde van de onderhoudsplicht van de huurders beoogd in art. 1754 van het burgerlijk wetboek). Als de eigenaar dit wenst te doen, raadt Leefmilieu Brussel wel aan om dit expliciet te vermelden in de huurovereenkomst.
Welke rechten heeft de huurder?
De huurder heeft het recht om kosteloos en op eenvoudig verzoek een kopie te ontvangen van het meest recente attest van het regelmatige nazicht. Als er na 2011 grote werken aan de ketel werden uitgevoerd (vervanging/verplaatsing van de ketel of de brander), dan kan de huurder eveneens een kopie van het “opleveringsattest” vragen.
