< Terugkeer

Een leverancier wordt door het Vredegerecht veroordeeld voor onwettige deur-aan-deurverkoop

Geplaatst op: 29/01/2020 - Bijgewerkt: 20/02/2020

Een klant werd het slachtoffer van onrechtmatige verkooppraktijken door Lampiris. Vervolgens daagt de leverancier de klant voor het gericht omwille van onbetaalde bedragen. In een vonnis waaruit we heel wat lessen kunnen trekken, verklaart de Vrederechter het contract tussen de klant en Lampiris onbestaande en bepaalt dat de klant de achterstallige energiefacturen niet moet betalen. Verder wordt het eerdere contract tussen de klant en Engie hersteld. Het is dus alsof het contract met Lampiris nooit heeft bestaan1.

Wat zijn de feiten?

De betrokken consument (in de rechtszaak de verweerder genoemd) was sinds 2015 klant bij Engie Electrabel voor de levering van aardgas. Hij had gekozen voor een domiciliëring en digitale facturen. In 2018 belt een verkoper van leverancier Lampiris aan bij de consument en doet zich daarbij voor als een vertegenwoordiger van Engie. Via een frauduleuze, of op zijn minst oneerlijke, handeling zorgde die vertegenwoordiger ervoor dat de consument hem een verbruiksfactuur toonde waarvan hij zonder verdere uitleg een foto maakte.

Toen de betrokken consument na dit voorval terugkeerde van vakantie, merkte hij dat Lampiris hem een verbruiksfactuur voor de maand juli 2018 had gestuurd, terwijl hij van mening was dat hij nooit had ingestemd met een contract bij deze leverancier. Hij neemt daarom telefonisch contact op met de klantenservice van Lampiris om de factuur te betwisten en te eisen dat zijn meters opnieuw met zijn leverancier Engie worden verbonden. Te goeder trouw maar ten onrechte nam hij daarna aan dat Lampiris gevolg had gegeven aan zijn verzoek2, aangezien hij geen facturen meer van deze laatste ontving (dit met name nadat de leverancier het adres van de consument verkeerd had geregistreerd).

Een aantal maanden later, in april 2019, ontvangt de consument een dagvaarding waarin Lampiris eist:

  • dat de consument wordt veroordeeld tot de betaling van een bedrag van € 704,38, te vermeerderen met de wettelijke interesten, omdat het verbruik tussen de maand juli 2018 en het moment van ontbinding van het contract niet werd betaald;
  • dat de consument wordt veroordeeld tot de betaling van een bedrag van € 190,52 voor onkosten en uitgaven, alsook tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding van € 240;
  • dat het leveringscontract wordt ontbonden.

De consument verdedigde zich voor de vrederechter met het argument dat hij het slachtoffer was geworden van een oneerlijke deur-aan-deurverkoop. Daarbij vroeg hij dat zijn oorspronkelijke contractuele verbintenis met Engie werd hersteld en dat de betaling van alle verbruiksfacturen en alle gerelateerde kosten nietig werd verklaard.

De argumentatie van de rechter als inspiratiebron.

De vrederechter merkte op dat de betrokken leverancier de regels die gelden voor het afsluiten van een contract buiten de onderneming zoals voorzien in het akkoord “De consument in de vrijgemaakte elektriciteits- en gasmarkt” niet had nageleefd. Nochtans heeft Lampiris dit akkoord, waarin enkele regels uit het Wetboek van Economisch Recht zijn opgenomen, ondertekend3.

In de inleiding van dit akkoord lezen we dat:

“…energieleveranciers die beroep doen op derde partijen voor de verkoop van hun producten, nemen in hun overeenkomsten met deze derde partijen bepalingen op die deze laatste contractueel verbinden tot het naleven van de regels die in dit akkoord zijn opgenomen.
Inbreuken op de bepalingen van dit akkoord vormen oneerlijke handelspraktijken in toepassing van artikel VI.100 CDE (…)”

Naast andere verplichtingen voorziet het Akkoord (in punt 1.1) ook dat:

“Leveranciers en derden waarop ze beroep doen, maken geen misbruik van de zwakheid van de consument. zo bijvoorbeeld worden er geen overeenkomsten aangeboden of afgesloten met consumenten die klaarblijkelijk niet in staat zijn om de draagwijdte van de voorgestelde overeenkomst te beoordelen. Zij treden eveneens bijzonder gereserveerd op ten aanzien van ouderen, mindervaliden en kansarmen.”

Verderop (in punt 1.3) stipuleert het Akkoord dat de verkoper eerst en vooral zijn legitimatiebewijs moet tonen, waarop duidelijk de naam van de leverancier voor wie hij werkt, alsook zijn eigen identiteit, vermeld moet zijn. Verder stelt punt 1.3. dat de verkoper in het geval van een verkoop “buiten de onderneming” “Aan de consument in alle omstandigheden de volgende zaken verstrekt:

1) een exemplaar van het contract met inbegrip van de algemene en bijzondere voorwaarden, gedetailleerd en leesbaar ingevuld door de verkoper met de duidelijke vermelding van het recht om de aankoop te herroepen binnen de 14 kalenderdagen na ontvangst van de bevestiging door de energieleverancier van het contract;
2) een overzicht van de prijs die op dat ogenblik van toepassing is voor het afgesloten leveringscontract, en, in geval de prijs herzienbaar is, de prijsindexatieformule en de meest recente parameters;
3) contactgegevens indien de consument een klacht heeft.
De verkopers vermelden dat de leverancier het contract schriftelijk dient te bevestigen via een aan de consument persoonlijk gericht schrijven.
De energieleverancier bevestigt naderhand het contract via een aan de consument persoonlijk gericht schrijven of, mits voorafgaande en uitdrukkelijke instemming van de consument, via een andere duurzame drager.

In het concrete geval dat aanleiding heeft gegeven tot deze uitspraak, blijkt dat de leverancier niet kon aantonen dat aan deze verplichtingen werd voldaan. De sancties die gelden wanneer deze bepaling niet wordt nageleefd, zijn voorzien in punt 1.4 van het Akkoord:

“1.4. Sancties

Onverminderd de straffen voorzien in de verschillende wetten en uitvoeringsbesluiten en alle andere vormen van schadevergoeding, geeft elke inbreuk op de bepalingen van dit akkoord vast te stellen door de Economische Inspectie, met betrekking tot overeenkomsten gesloten buiten onderneming en via de telefoon aanleiding tot:
– onmiddellijke terugbetaling aan de consument van alle door hem betaalde facturen;
– onmiddellijk herstel van de consument in zijn oude contractuele relatie. De oude energieleverancier neemt de consument kosteloos terug zo vlug als technisch mogelijk.
De voornoemde burgerlijke sancties gelden, ongeacht of de overtreding werd begaan door de energieleverancier zelf of door een derde verkoper die namens hem optreedt.

De rechter oordeelt dat er van de gedaagde consument geen enkel bedrag voor energieverbruik kan worden geëist; zelfs wanneer die laatste ten onrechte had betaald, zouden deze bedragen aan hem moeten worden terugbetaald. Bovendien heeft de betrokken consument het recht om te eisen dat zijn werkelijke contractuele relatie (met Engie) onmiddellijk wordt hersteld.

Conclusie

Hoewel deur-aan-deurverkoop nog steeds is toegelaten, blijft deze praktijk wel onderworpen aan bepaalde regels van het Wetboek van Economisch Recht, zoals opgenomen in het sectorale Akkoord voor de consument.

Toch worden er nog heel wat misbruiken en onwettelijke praktijken vastgesteld4. In het vonnis dat we hier bespraken, stelt de Vrederechter dat “het algemeen bekend is dat huis-aan-huisverkopen om energiecontracten af te sluiten heel vaak aanleiding geven tot misverstanden en verwarring bij potentiële klanten”.

Sinds 2014 stelt de Ombudsdienst voor Energie vast dat het aantal klachten met betrekking tot deze verkooptechnieken toeneemt. De concurrentie op de energiemarkt wordt namelijk steeds heviger en sommige leveranciers maken nog actiever en soms ook agressiever gebruik van deur-aan-deurverkopen en, meer in het algemeen, van verkopen buiten de onderneming.5 Concreet is het totale aantal klachten over de gehanteerde verkooptechnieken gestegen van 178 in 2014 naar 804 in 20196.

Daarom pleit de Ombudsdienst voor Energie er in zijn Memorandum van 31 december 2019 voor dat elke vorm van deur-aan-deurverkoop en verkoop op de openbare of private weg zou worden verboden7.

Voor meer informatie over deur-aan-deurverkoop of om onze sensibiliseringstool te bestellen, kan je terecht op deze pagina.

[1] Vonnis van 18 november 2019. AR nr. 19/A1186/2, niet-gepubliceerde beslissing. Lezen kan via: deze link naar de beslissing in pdf.
[2] Wanneer een consument van zijn oorspronkelijke leverancier wordt losgekoppeld na een oneerlijke deur-aan-deurverkoop of ten gevolge van een foutieve toewijzing van de meters (wat vaak voorkomt), dan moet de leverancier die op de hoogte is gebracht van de situatie het leveringspunt zo snel mogelijk vrijgeven door een specifiek bericht te sturen – een “Mystery Switch” – waarbij aan Sibelga (netwerkbeheerder) en aan de oorspronkelijke leverancier wordt gevraagd om het leveringspunt te herstellen. Deze communicatieregels tussen leveranciers en Sibelga worden geregeld door de (U)MIG. De U(MIG) of (Utility) Market Implementation Guide is een verzameling van documenten waarin is vastgelegd welke procedures en marktafspraken er gelden en welke informatie er mag worden uitgewisseld. De Gids vormt de basis voor de communicatie tussen de verschillende spelers op de energiemarkt.
[3] Waaronder boek IV van het Wetboek van Economisch Recht, betreffende de verkoop op afstand. Het akkoord vind je hier: https://economie.fgov.be/sites/default/files/Files/Energy/accord-electricity-fr.pdf Voor een analyse van dit akkoord kan je hier terecht: https://www.socialenergie.be/wp-content/uploads/A4_Accord_consommateur_marche_liberalise_elec_gaz_1_janv_2014_FR.pdfhttps://www.socialenergie.be/nl/akkoord-de-consument-in-de-vrijgemaakte-elektriciteit-en-gasmarkt/.
[4] Zie met name de campagne “Geen verkoop aan de deur”: https://www.socialenergie.be/nl/energie-geen-verkoop-aan-de-deur/ .
[5] Ook verkopen via de telefoon en andere manieren van verkoop op afstand, soms via verkoopkantoren en verkoopagenten, hebben de wind in de zeilen.
[6]https://www.ombudsmanenergie.be/sites/default/files/content/download/files/advies_19_013_van_31_december_2019_memorandum.pdf, pp. 7 e.v.
[7]https://www.ombudsmanenergie.be/sites/default/files/content/download/files/advies_19_013_van_31_december_2019_memorandum.pdf