< Terugkeer

Barometer energiearmoede (2016)

Geplaatst op: 26/12/2016 - Bijgewerkt: 17/01/2017

Het Platform tegen Energiearmoede, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting, publiceerde onlangs een nieuwe editie van zijn barometer van de energiearmoede, waarin de resultaten voor de periode 2009-2014 worden geanalyseerd. De barometer presenteert de indicatoren inzake energiearmoede voor de verschillende gewesten in België, hun evolutie sinds 2009 en hun interpretatie.

Meer dan één Belgisch gezin op vijf getroffen door energiearmoede

De cijfers en analyses uit het rapport liggen in de lijn van degene die vorig jaar werden bekendgemaakt in de eerste editie van de barometer. Zo kunnen we lezen dat in 2014 meer dan één Belgisch gezin op vijf werd getroffen door energiearmoede:

  • 14,6% van de gezinnen bevond zich in een situatie van gemeten energiearmoede, wat betekent dat ze een te groot deel van hun beschikbare inkomen aan energiekosten besteedden.
  • 4,2% van de gezinnen bevond zich in een situatie van verborgen energiearmoede, wat betekent dat ze te sterk bezuinigden op hun energieverbruik (in vergelijking met gezinnen in een soortgelijke situatie).
  • 5,2% van de gezinnen bevond zich in een situatie van subjectieve energiearmoede, wat betekent dat ze verklaarden dat ze het financieel moeilijk hadden om hun woning correct te verwarmen.

Het lijkt er echter op dat de situatie voor gezinnen in energiearmoede in 2014 iets minder ernstig is geworden, onder andere dankzij de zachtere temperaturen en de lagere energieprijzen, met name voor de elektriciteit, waarvoor de btw in dat jaar werd teruggebracht tot 6%. Deze positieve tendensen werden echter uitgevlakt door een stijging van de woonlasten.

Wie wordt getroffen door energiearmoede?

De barometer toont aan dat energiearmoede niet noodzakelijk verbonden is met een risico op armoede. Meer dan 41% van de gezinnen waarbij werd vastgesteld dat ze te kampen hebben met energiearmoede, heeft immers geen “armoederisico”.  Wel blijkt uit het onderzoek dat de gezinnen met de laagste inkomens het meest worden getroffen door energiearmoede, hoewel ook gezinnen met een gemiddeld inkomen niet gespaard blijven.

Huurders, inclusief huurders van sociale woningen, worden zwaarder getroffen door energiearmoede dan eigenaars. Zo’n 22% van hen heeft een te hoge energiefactuur in verhouding tot hun beschikbare inkomen, tegenover iets meer dan 11% van de eigenaars.

Tot slot blijken alleenstaanden bijzonder kwetsbaar voor energiearmoede. Het gaat dan om eenoudergezinnen, alleenstaanden en gezinnen met een enkele oudere.

» klik hier om de volledige barometer te lezen.