< Terugkeer

Aanhoudende en zorgwekkende armoede in het Brussels Gewest. Cijfers en vaststellingen van de laatste Welzijnsbarometer

Mis à jour le : 05/03/2025

In zijn Welzijnsbarometer 2023, gepubliceerd in 2024[1], schetst het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad[2] een zorgwekkende achtergrond van de algemene sociaal-economische situatie na de corona- en energiecrisis in het licht van bijzonder grote ongelijkheden in de Brusselse bevolking. De Welzijnsbarometer behandelt vragen over werkgelegenheid, gezondheid, sociale bescherming, huisvesting, … We beperken ons tot de thema’s die rechtstreeks verband houden met onze opdrachten.

[1] Welzijnsbarometer 2023, Brussels rapport inzake armoede en de sociale en gezondheidsongelijkheden, gepubliceerd in maart 2024, 162 p. Raadpleeg het rapport en de samenvatting ophttps://www.vivalis.brussels/sites/default/files/2024-03/Welzijnsbarometer-2023-NL_1.pdf ; https://www.vivalis.brussels/sites/default/files/2024-03/Welzijnsbarometer-2023-samenvatting_NL_1.pdf

[2] Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad is de studiedienst van de diensten van het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Het verstrekt personen, instellingen en diensten die het sociaal beleid en het beleid voor volksgezondheid in het Brussels Gewest uitstippelen nuttige informatie over hun opdrachten. Bezoek Vivalis.brussels.

Enkele cijfers over armoede onder de Brusselse bevolking

Armoede en sociale ongelijkheden

De Welzijnsbarometer 2023 meldt dat nu al zo’n twintig jaar ongeveer een derde van de bevolking het moet stellen met een inkomen onder de armoedegrens. Ook al is het armoederisicocijfer met 25% à 33%[1] al jarenlang relatief stabiel in het Brussels Gewest, wijzen bepaalde indicatoren op een achteruitgang van de sociale situatie.

Zo is het aantal leefloners in tien jaar – tussen 2013 en 2023 – met 58% gestegen tot meer dan 45.000 personen (terwijl dat er in 2013 nog 28.500 waren).

De sociale ongelijkheden zijn ook meer uitgesproken in het Gewest: arme mensen zijn er armer en rijke mensen zijn er rijker. De 10% laagste inkomens van de bevolking beschikt over een beschikbaar inkomen per persoon van minder dan 985 euro per maand in het Brussels Gewest (tegenover minder dan 1.250 euro per maand in België). Aan het andere uiterste beschikken de 10% rijkste mensen over een inkomen van meer dan 4.121 euro per maand (tegenover meer dan 3.734 euro per maand in België).

Kroostrijke gezinnen en eenoudergezinnen lopen overigens een groot armoederisico in het Brussels Gewest[2].

Vele mensen zijn terechtgekomen in een situatie van overmatige schuldenlast.

[1] Terwijl die 18% bedraagt in het Waals Gewest en 8% in Vlaanderen.

[2] Zes op de tien kinderen hebben recht op een sociale toeslag bij de kinderbijslag in het Brussels Gewest. Het aandeel kinderen dat recht geeft op een sociale toeslag loopt op tot 80% in Sint-Joost-ten-Node en 77% in Sint-Jans-Molenbeek.

Vergrijzing van de bevolking

Een ander belangrijk aspect waarop we willen wijzen, is dat de Brusselse bevolking, die jonger is dan die in de andere gewesten, geconfronteerd wordt met vergrijzing.

Volgens de demografische vooruitzichten blijft het aantal 65-plussers de komende jaren aanzienlijk toenemen (+13% tussen 2023 en 2033). Een groot deel van de oudere bevolking ontvangt een IGO in het Brussels Gewest (13% van de bevolking ouder dan 65 jaar). Dit cijfer ligt driemaal hoger dan in de andere gewesten.

Het zou bovendien nog verder kunnen stijgen, wat zorgt voor nieuwe uitdagingen op het vlak van sociale bescherming.

We herinneren er overigens aan dat het Steunpunt SocialEnergie een project is opgestart met betrekking tot energiearmoede bij oudere mensen. In een volgende nieuwsbrief zullen we je zeker inlichten over onze eerste bevindingen en acties.

Huisvesting als verzwarende factor voor armoede

De kosten en de kwaliteit van huisvesting in het Brussels Gewest dragen bij aan de toenemende verarming van een bevolking die niet in een degelijke woning kan wonen zonder te moeten snoeien in andere essentiële uitgaven voor een menswaardig leven.

Huisvestingskosten

Zoals we weten, zijn er heel wat huurwoningen – ongeveer 62% – in het Brussels Gewest en zijn de huurprijzen er hoog. De Welzijnsbarometer meldt een grote stijging van de huurprijzen tussen 2012 en 2022 tegenover de andere gewesten: “de gemiddelde huurprijs op de private markt is in het Brussels Gewest met 15% gestegen, tegenover 7% in Vlaanderen en 1% in Wallonië”[1]. In deze context “leeft de 10% Brusselaars met de laagste inkomens in huishoudens die meer dan 45% van hun inkomsten uitgeven aan uitgaven voor huisvesting”[2].

Bekijk de volgende grafieken van de Welzijnsbarometer 2023 (p. 108 en 109) :

Bijgevolg versterkt het aandeel van de uitgaven voor huisvesting in het budget van de Brusselaars de ongelijkheden nog meer: na betaling van de uitgaven voor huisvesting schommelen de beschikbare inkomens per persoon van 9 euro per dag voor de meest kwetsbaren tot 100 euro per dag voor de meest bevoorrechten.

Kandidaat-huurders naar sociale huisvesting doorverwijzen is geen concrete oplossing op korte termijn, aangezien de vraag naar sociale woningen gestegen is en de wachtlijsten langer zijn geworden: Op 31 december 2022 stonden 52.850 huishoudens op de wachtlijst voor een sociale woning in het Brussels Gewest[3].

[1] Welzijnsbarometer 2023, op cit., p. 137.

[2] Ibidem.

[3] Ibidem.

Kwaliteit van de woning

Naast het probleem van het aantal woningen en de kosten voor huisvesting is er ongerustheid over de kwestie van de kwaliteit van de woningen. “In Brussel leeft volgens de gegevens uit de EU-SILC enquête 32 % van de bevolking in een woning die ernstige gebreken vertoont, zoals vochtproblemen, een lekkend dak, een gebrek aan licht of de afwezigheid van sanitaire voorzieningen die uitsluitend door het gezin kunnen gebruikt worden.”[1].

Ten slotte meldt de Welzijnsbarometer 2023 het volgende: “De gegevens uit de EU-SILC-enquête van 2022 laten toe in te schatten welk aandeel van de Brusselse woningen als overbezet kan worden beschouwd. De gevolgen van een overbezette woning zijn talrijk en zijn meer dan een kwestie van comfort. De overbezetting van een woning beïnvloedt de gezondheid (en kan onder meer leiden tot geestelijke gezondheidsproblemen als gevolg van stress, of tot luchtwegaandoeningen door condensatie en luchtvochtigheid) […]. In Brussel leeft 30 % van de bevolking in een overbezette woning (volgens de definitie van overbezetting van Statbel). […] Ongeveer de helft van de Brusselaars in een situatie van armoederisico leeft in een woning die te krap is.”[2]

Uiteraard verergeren ook de overbezetting en de vochtigheid van de woningen aanzienlijk het gebrek aan thermisch comfort[3].

Ten slotte herinnert het Observatorium eraan dat volgens Leefmilieu Brussel in 2020 slechts de helft van de woningen over een energieprestatiecertificaat beschikten. Overigens beschikte 35% van de woningen in het Brussels Gewest in 2020 nog altijd over een EPB-certificaat van de ‘eerste categorie’ (klasse A tot D), 20% over een EPB van de ’tweede categorie’ (klasse E) en 45% over een EPB van de laatste categorie (klasse F of G)[4].

Het wordt dus een titanenwerk om het Brusselse gebouwenbestand te renoveren.

[1] Welzijnsbarometer 2023, op cit., p. 117 en 137.

[2] Welzijnsbarometer 2023, op cit., p. 116.

[3] Zie met name: https://inegalites.fr/Logement-inegalites-environnementales.

[4] Welzijnsbarometer 2023, op cit., p. 118.

Water en energie

De Welzijnsbarometer 2023 haalt zijn analyses over energie- en waterarmoede vooral uit de Barometer van energiearmoede, die in maart 2023 verscheen[1]. Sindsdien werd al een nieuwe Barometer van energiearmoede gepubliceerd, die we binnenkort samenvatten.

Met betrekking tot waterarmoede meldt de Welzijnsbarometer 2023 zijn ongerustheid over de stijging van de kosten voor water (waaronder de stijging van 15% in 2023), maar ook over de mate waarin geen gebruik wordt gemaakt van de ‘sociale tegemoetkoming voor water’: 38,3% van de huishoudens die van deze steunmaatregel zou kunnen genieten, vraagt ze niet aan. Het gaat hier over meer dan 60.000 huishoudens.

De Welzijnsbarometer 2023 legt ook de nadruk op het behoud van diverse sociale beschermingsmaatregelen op federaal (federaal sociaal tarief) en gewestelijk niveau, waaronder het statuut van beschermde klant, vooral in een context van onstabiele energieprijzen.

Ten slotte is het interessant om het Initiatiefadvies aan te halen, dat Brupartners in juli 2024 heeft uitgebracht naar aanleiding van de Welzijnsbarometer 2023. In dit advies wordt de nadruk gelegd op de noodzakelijke strijd tegen energie- en waterarmoede[2]:

“Energie- en waterarmoede is een realiteit voor vele Brusselaars in armoede.Ze is behoorlijk erger geworden in de recente crisisperioden. Brupartners verwijst hier naar de kernpunten van zijn initiatiefadvies voor energie- en waterarmoede[3], in het bijzonder:

– Brupartners vraagt om bijzondere aandacht voor de gevolgen van energie- en waterarmoede voor de gezondheid en de kosten die deze met zich meebrengen.

– Brupartners stelt voor om gezondheidsactoren bewust te maken van de schadelijke gevolgen die energie- en waterarmoede en een slechte huisvesting kunnen hebben voor de gezondheid van de patiënten.

– Brupartners vindt het noodzakelijk om de voorwaarden voor de toegang tot het sociaal tarief en de ondersteunende maatregelen te onderzoeken. Brupartners vraagt om een analyse van deze voorwaarden zodat het tarief kan worden toegekend aan meer personen die in nood verkeren. Het Platform tegen energiearmoede beveelt onder andere aan om het sociaal energietarief toe te kennen op basis van het inkomen en niet enkel op basis van sociale statuten.

– Brupartners stelt eveneens voor om aandacht te besteden aan de situatie van de mede-eigendommen. Het sociaal energietarief, of het nu federaal of gewestelijk is, is niet beschikbaar voor bewoners van een appartementsgebouw met een gemeenschappelijke stookinstallatie, tenzij het een ‘sociaal’ gebouw is (beheerd door een sociaal vastgoedkantoor, een OCMW, een sociale huisvestingsmaatschappij, enz.).

– Brupartners vindt het essentieel dat energieleveranciers een hoogwaardige, efficiënte klantenservice aanbieden. Maar al te vaak zijn de ontvangen energiefacturen moeilijk te lezen voor de klanten die zich bijgevolg moeten kunnen wenden tot een bekwame dienst om antwoorden te bekomen op hun legitieme vragen. In deze context moedigt Brupartners de invoering aan van een verplichting om over kantoren te beschikken die voor het publiek toegankelijk zijn. Een dergelijke kwaliteitsvolle service zou ook de druk op de sociale diensten kunnen verminderen, die overladen worden met verzoeken om verduidelijking en uitleg.

– Brupartners steunt de nieuwe voorwaarden voor toegang tot het statuut van beschermde afnemer, waardoor personen dit statuut kunnen genieten zodra ze hun eerste herinnering ontvangen om een energiefactuur te betalen, zonder dat ze hoeven te wachten tot er een formele aanmaning wordt gestuurd. Dit zorgt ervoor dat de betrokken huishoudens niet te veel schulden opbouwen vooraleer het mechanisme in werking treedt.”

[1] Lees onze samenvatting van de Barometer van energiearmoede, gepubliceerd in maart 2023: https://www.socialenergie.be/fr/dernier-barometre-de-la-precarite-energetique/

[2] Initiatiefadvies Brupartners Welzijnsbarometer 2023: Brussels rapport inzake armoede en de sociale en gezondheidsongelijkheden, advies goedgekeurd in de plenaire vergadering van 18 juli 2024, p. 13

[3] https://www.brupartners.brussels/sites/default/files/advices/A-2024-026-BRUPARTNERS-NL.pdf